Informatieverwerkend gedrag gaat over het verzamelen, begrijpen en gebruiken van informatie om beslissingen te maken en taken effectief uit te voeren.

Interactief gedrag draait om de manier van communiceren en samenwerken met anderen om gezamenlijke doelen te bereiken en goede relaties te onderhouden.

Organiserende en leidinggevende competenties omvatten het plannen, organiseren en aansturen van werk en mensen om projecten succesvol en efficiënt te laten verlopen.

Persoonsgebonden gedrag draait om persoonlijke eigenschappen zoals zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en betrouwbaarheid in het werk en bij het nakomen van afspraken.

Probleemoplossend gedrag gaat over hoe je met uitdagingen en problemen omgaat. Het betreft het op een effectieve manier herkennen, analyseren en oplossen van problemen.

Administratieve en organisatorische vaardigheden omvatten het bijhouden van dossiers, plannen van afspraken en organiseren van taken om de dagelijkse werking van een zorginstelling soepel te laten verlopen.

Algemene en technische vaardigheden zijn gericht op het bedienen van medische apparatuur, het gebruik van computersystemen en het toepassen van basis technische kennis voor het ondersteunen van zorgprocessen.

Communicatie en relationele vaardigheden omvatten effectief communiceren met collega's, cliënten, patiënten of hun familieleden, waarbij informatie duidelijk wordt overgebracht en goede relaties worden opgebouwd en onderhouden.

Psychosociale ondersteuning en gedragsvaardigheden richten zich op het herkennen van emotionele behoeften, het bieden van mentale steun en het bevorderen van positief gedrag bij cliënten of patiënten.

Zorgverlening en medische vaardigheden omvatten het uitvoeren van medische handelingen, het toedienen van medicatie en het verlenen van directe zorg aan patiënten volgens professionele standaarden en protocollen.